F A    C L A E S





Foto © Fa Claes



             

G E S C H O F F E L D E       L E N T E





ZELFGESPREK

Alleen midden het veld
buigt eeuwigheid zijn rug
grijnst zijn huid zijn zelfportret
onder haar plooien.

Er is niet één probleem.
Asperges en wortelen
groeien hun vorm
naar zijn hand.

De oude tot zichzelf
luistert met korte adem
en knikt naar zijn gemompel:
ik weet ik weet
de rest is flauwe kul.

Als hij gaat zitten
tasten zijn handen in de aarde
hun verband.

Stilaan zakt hij weg, zijn huid
de kleur van grond
zijn rimpels de vormen van
bladnerf van fossiel.

De krekel sjirpt,
de zwaluw zit zich
te verkneukelen op de draad,
op het gras liggen zon
en schaduw afgelijnd
tegen elkaar.

Alleen midden het veld.
De hemel buigt het verbond
van regenbogen.


WAAROM

Vervuld onder de sterren staan
vervulde dag voorbij zien gaan
toch telkens door de vraag ontdaan
waarom?

Grasreuk en grond en groenend graan
in banen van ontstaan - vergaan
bezeren je met onvoldaan
waarom?

Geschroeid door zon bekoeld door maan
het wisselend groeien ondergaan
van twijfel pijn verdriet en waan
waarom?

Schroomvallig langzaam licht breekt baan
leven is onverstoord begaan
met de vervulling van bestaan.
Daarom. Daarom.


DOORGROND

van morgen weet ik niets
ik weet vandaag

de kippen kakelen hun gat getuit
hun eieren het nest in
de ganzen kwakkelen hun
hangbuik door het gras
de genten kwekken
met gerekte nek
en in hun hok de voedsters
werpen hun jongen kaal
in een nest van haar
uit eigen pels geplukt
hun tepels bloot

mijn spa spettert de zon
blinkend van schuren
in scherp zand

het land slaapt in zijn bedden

wedden dat de asperge bot?
wortels in rijen
priemen de aarde door

in dit heelal mij thuis te weten
ik in de wolken
mijn twee voeten op
de grond van mijn bestaan.


ALLEGRA*   NA   DE   NOEN

      DRIE   WOELIGE   DANSEN


1

Mijn laars en ik
hoera voor de zon en de hitte
en al mijn beenspieren in brand
mijn voeten tot mijn enkels
in de aarde
met stamp en schreeuw en stoten
de rumbapasjes afgewaggeld
over het vers gespitte land
mijn laars plomp lomp
de sporen in de grond

Mijn laars en ik
hoera voor de regen en de wind
en de aaneengekoekte keutels
mijn voeten tot mijn enkels
in de drek
elleboogvleugels uit elkaar
de bisschop-Tutu-step gekwakkeld
knie geheven benen gespreid
mijn laars plits plets
slijk en brij grond stront

2

Mijn riek en ik
samba weerbarstig
grimmige tanden
grimmige steek

als wij elkaar bezien
groeit weerzin om de steel
van glimmend zweet

de greep
vier tanden spits te blinken
bukken
steken dwars door de grond

kordate boerensamba ba
mijn rug geplooid
mijn arm gespleten
mijn been gekraakt

3

Mijn zeis en ik
de dodendans lambada
verstrengeld mijn armen
liederlijk de zwaai

slag in het gras
gemaaid ligt de zwade
zwierig wellustig
de zingzang door de wei

zingzang het krijsende slijpen
het schurende scherpen
het snijvlak vóór mij

het werk gedaan
pervers wij samen
de steel op mijn schouder
voert boven mijn hoofd
blinkend zijn wimpel
de kromme kling spitsig
het lemmet het lemma de dood


SAMENVATTING

Naamloos de grond en onbekend de roep
van bloed van knechten meiden slaven

daarbovenop verwaand brutaal
de farao's vergaan in sarcofagen
in kathedralen pausen kardinalen

verwaand

brutaal


VELDMARS

op de schop geleund
geleund op de aarde
een mens tegen de lucht
en in zijn handen trilt
het geweld van de hemel

mijn hoofd rechtop
mijn nek van
barstige gedachten
stijf

ik op de schop geleund
leun op de aarde
kijk recht voor mij uit
onder de vlootstoot
van de wolken van
voorwaarts mars


AFTELRIJMPJE

Geen mens weerhoudt het
stuifmeel van de planten
dat drijft maar naar elkaar
en paart aan alle kanten
zijn lust en voortbestaan.
De bronst van hengsten
overal breekt baan.
Aan hoogste wet: het leven!
is alles onderdaan.




Foto © Fa Claes




LUID   LIED

waar ik verschrikkelijk sta
te zingen in de wolken
van maart
april

midden het veld ik in de wolken
uit volle borst hip hip hoera
in maart
april

heel alleen midden het veld
de golf rondom het voetbalveld
ik ben de golf ik ben het veld
ik ben de wolken
in maart
april

met mijn twee vuisten oerinstinct
de roffel roffel op mijn ribben
en met gestrekte arm de cirkel groter
rond wat ik ben het veld de wolken
de lucht de zon het universum
in maart
april

stap ik verschrikkelijk in de wolken
van lang reusachtig
lang zal hij leven
het eeuwig leven
in maart
april



Foto © Fa Claes


 

 



* In Graubünden begroeten na de middag mensen elkaar met de betekenisvolle wens: Allegra!


Terug naar Index